Dit moet je weten over hypermobiliteit
Mobiliteit wordt beschouwd als iets positiefs in de fitness wereld. Maar wist je dat je ook té mobiel kunt zijn? Bijna 20 procent van de mensen is hypermobiel. Dat klinkt misschien als een groot voordeel, echter is het dat meestal niet. Dit moet je weten over hypermobiliteit!
Hypermobiliteit, wat is dat?
Hypermobiliteit is een klinische conditie die de gewrichtsstabiliteit reduceert als gevolg van slecht bindweefsel. Bij mensen die aanleg hebben voor hypermobiliteit, worden de gewrichtsbanden elastischer. Wanneer die gewrichtsbanden belast worden zullen ze niet strak gespannen worden (zoals normaal gesproken het geval is) maar juist wat mee-rekken. Hierdoor kunnen de gewrichten sneller overstrekken. Vrouwen hebben vaak meer aanleg voor hypermobiliteit dan mannen omdat zij over het algemeen al lossere gewrichten hebben. Echter kan hypermobiliteit soms ook op latere leeftijd ontstaan, bijvoorbeeld bij balletdansers.
Wat zijn de risico’s van hypermobiliteit?
Hypermobiliteit brengt een aantal risico’s met zich mee, met name tijdens het beoefenen van sporten met een hoge impact of hoge intensiteit. Op die manier komt er namelijk behoorlijk wat stress op de al vrij instabiele gewrichten. Sporten met hypermobiliteit kan resulteren in:
- Gevoelige en/of gezwollen gewrichten (vooral na het sporten);
- Hogere kans op blessures (zoals verzwikte enkels en ontwrichte knieën);
- Problemen bij krachttraining omdat de gewrichten geen zware belasting aan kunnen en de pezen de kracht niet optimaal kunnen overbrengen;
- Overmatige gewrichtsdegeneratie op de lange termijn.
Hoe weet ik of ik hypermobiel ben?
Als je twee of meer van de onderstaande vragen met “ja” kunt beantwoorden, heb je mogelijk een vorm van hypermobiliteit. Op hoe meer vragen je bevestigend kunt antwoorden, hoe ernstiger je aandoening is. Als je last hebt van hypermobiliteit, is het raadzaam een fysiotherapeut in te schakelen.
1. Ben je heel lenig?
2. Kun je (of kon je ooit) je handen plat op de vloer zetten zonder je knieën te buigen?
3. Gaan je knieën op slot als je rechtop staat?
4. Kun je (of kon je ooit) je duim zover buigen dat je je onderarm raakt?
5. Heb je regelmatig last van gevoelige of gezwollen gewrichten na een intense training?
6. Kon je als kind de split?
7. Heb je als kind of tiener meer dan eens je schouder of knie uit de kom gehad?
Hoe moet je trainen als je hypermobiel bent?
Je kunt prima leven met hypermobiliteit, zolang je maar bewust traint. Hypermobiliteit kan gunstig lijken als je yoga doet, maar je moet wel voorzichtig zijn omdat yoga de gewrichtsmobiliteit doet toenemen. Hypermobiele yogi kunnen dan ook het beste de focus leggen op stabiele poses zoals de Plank, Chair pose en Warrior III, en niet te veel op ‘backbends’.
Statisch stretchen (koud rekken) wordt afgeraden als je hypermobiel bent. Kies in plaats daarvan voor geleidelijke, dynamische warm-ups. Overigens kun je als je hypermobiel bent ook last krijgen van stijve spieren. In dat geval kun je het beste kiezen voor een massage of foam roller; deze methodes werken optimaal in op de spieren zonder de gewrichtsbanden verder op te rekken.
Als je krachttraining doet, let dan goed op dat je niet te zware gewichten tilt. Als je al voor de zesde rep vermoeidheid in je spieren voelt, dan zit je te zwaar. Kies oefeningen die gericht zijn op musculaire hypertrofie en uithoudingsvermogen in plaats van op pure krachtopbouw en beperk jezelf tot 6 – 20 reps per oefening. Plyometrische oefeningen zoals box jumps leggen te veel stress op je gewrichten en kun je dus beter achterwege laten!
Als je begint met trainen kan het raadzaam zijn om in elk geval de eerste periode met een personal trainer te werken. Die kan namelijk in de gaten houden of je niet je gewrichten overstrekt. Als je hypermobiel bent heb je vaak moeite dit zelf te beoordelen, omdat die extreme beweeglijkheid voor jou heel natuurlijk voelt.